Inspecties en monitoring
Om te kunnen bepalen of bomen en gebieden gezond zijn, waar er kansen liggen om de natuur te versterken, waar we rekening mee moeten houden als we ergens gaan werken óf wat belemmeringen zijn voor de (hoogwater)veiligheid inspecteren en monitoren we het gebied langs de Maas continu. Een overzicht van de wat we monitoren en inspecteren en hoe we dat doen.
Gebiedsinspectie: de staat van een gebied bepalen aan de hand van de vegetatielegger om van daaruit te besluiten welk onderhoud er wanneer nodig is. Tijdens deze jaarlijkse inspectieronde bekijken we ook meteen hoe de toegang naar het gebied is, of er poorten zijn, begrazing rondloopt, (grof) zwerfafval is en of er grote obstakels zijn. Én uiteraard signaleren we invasieve exoten zoals de Japanse Duizendknoop of grote Waternavel . Deze inspectie vindt jaarlijks plaats voorafgaand aan onderhoudswerkzaamheden.
Ecologische inspectie: nadat er toestemming van de perceeleigenaar is om het terrein te betreden controleren we een gebied waar onderhoud voorzien is. Daarbij kijken we naar de flora en fauna, aanwezigheid van invasieve exoten maar ook naar zeldzame dier- en plantensoorten. De locaties hiervan en eventueel te nemen voorzorgsmaatregelen – zoals het afstand houden tot dassenburchten of gebieden waar zeldzame soorten groeien pas na een bepaald moment maaien – worden opgenomen in de uitvoeringsapp zodat iedereen over deze informatie beschikt.
Monitoring Invasieve Exoten: invasieve exoten zijn planten of bomen die niet niet thuishoren en die mens en natuur belemmeren in hun functioneren in het groen. De grote Waternavel en de Japanse Duizendknoop zijn bekende soorten die veel woekeren in de uiterwaarden bijvoorbeeld. We brengen de plekken waar ze groeien in beeld, monitoren groeiplaatsen en verwijderen de plant waar nodig en mogelijk. Bij dat laatste werken we op allerlei manieren. We wisselen handmatig en machinaal verwijderen, de frequentie van verwijderen en de periode van verwijderen af. Dat doen we om zo tot de meest effectieve werkwijze te komen.
Veiligheids- en werkplekinspectie: Veilig werken staat voorop bij alles. Veilig voor onze medewerkers, veilig voor omwonenden en bezoekers én veilig voor de natuur. Onaangekondigd vinden er periodiek werkplekinspecties plaats waarbij een inspecteur de veiligheid van de werkplek, het gebruik van machines en persoonlijke beschermingsmiddelen controleert. Ook voorziet hij de betreffende medewerkers van advies en dat advies koppelt hij ook terug aan de leidinggevende van de betreffende medewerkers. Dat kan variëren van het niet rijden over steile oevers tot gebruik van de veiligheidshesjes buiten de trekker en van het dragen van gehoorbescherming.
Inspectie Bomen: We controleren bomen op allerlei aspecten. Om te beginnen kijken naar de boomveiligheid. Losse takken of op opvallen staande bomen vormen immers een risico voor mens en dier. Maar we inspecteren ook op de eikenprocessierups en controleren op eventuele schade door bevers. Als er beginnende schade is, plaatsen we bijvoorbeeld gaas rond de boom. En tenslotte zijn er bakenbomen die de grens tussen rivier en oever markeren en die van belang zijn voor schippers. Een rij van bomen moet die functie waar nodig kunnen blijven vervullen.
Inspectie objecten: In de uiterwaarden van de Maas krioelt het ook van de hekwerken, poorten, klappoorten, borden, vuilnisbakken, picknicktafels en informatieborden. Als we een gebiedsinspectie uitvoeren, kijken we meteen naar de staat van deze objecten. We zorgen dat ze vrij gemaaid worden indien nodig en als iets vervangen of gerepareerd moet worden, melden we dat bij Rijkswaterstaat.
Monitoring natuurvriendelijke oevers: Om oevers langs de Maas meer natuurlijk te maken, heeft Rijkswaterstaat de afgelopen jaren stenen weggehaald langs de oevers. Het deels wegslaan van de oever is een logisch en ingecalculeerd gevolg daarvan. Het gaat om de ontwikkeling van natuur. Om de veiligheid en bevaarbaarheid wel te waarborgen is er een maximum gesteld aan de afkalving van de betreffende oevers. Dat wordt dus gemonitord en waar nodig wordt er ingegrepen door de oever zo duurzaam als mogelijk weer wat aan te vullen.
Monitoring natuurvriendelijke oevers: Om oevers langs de Maas meer natuurlijk te maken, heeft Rijkswaterstaat de afgelopen jaren stenen weggehaald langs de oevers. Het deels wegslaan van de oever is een logisch en ingecalculeerd gevolg daarvan. Het gaat om de ontwikkeling van natuur. Om de veiligheid en bevaarbaarheid wel te waarborgen is er een maximum gesteld aan de afkalving van de betreffende oevers. Dat wordt dus gemonitord en waar nodig wordt er ingegrepen door de oever zo duurzaam als mogelijk weer wat aan te vullen.
Plassen en Geulen: Voor (hoogwater)geulen en plassen gelden bepaalde waardes voor bijvoorbeeld de minimale diepte en de mate waarin er oevererosie mag plaatsvinden rond die plassen en geulen. De periodieke metingen worden beoordeeld waarna wordt bepaald waar en hoe in te grijpen.