Als Maaskracht maaien we wat af in de Uiterwaarden langs de Maas. Altijd met oog voor balans tussen biodiversiteit enerzijds en hoogwaterveiligheid anderzijds. Maar wat kunnen we allemaal met dat gras dat gemaaid wordt? Hou zouden we daar duurzamer mee om kunnen gaan? En hoe zou het grondstof kunnen zijn voor andere producten? Met die vragen zijn zes tweedejaars studenten van de opleiding Milieukunde van HAS green academy aan de slag. Vincent Harkes is een van hen. Met zijn medestudenten ging hij recent het veld in.
“Veel gemaaid gras wordt nu gecomposteerd. Maar er kan veel meer met gemaaid gras. Wat er kan en aan welke voorwaarden het maaien dan bijvoorbeeld moet voldoen, dat onderzoeken we nu. We hebben tien weken gewerkt aan een plan van aanpak en nu zijn we volop aan de slag met onderzoek en dadelijk advies. Tijdens ons bezoek aan de uiterwaarden recent namen Technisch Manager Leendert Verhoeven, ecoloog Maria Smits en duurzaamheidscoördinator Esther Stapper ons mee in de praktijk. En dat leidde wel tot wat andere inzichten dan de theorie tot zover,” lacht Vincent.
Grasland diverser dan verwacht
De uiterwaarden zijn veel minder homogeen dan we dachten. Oud en nieuw gras staat door elkaar en tussen het gras krioelt het van de andere planten en kruiden. Ook zie je echt dat alles met elkaar verbonden is. Dat betekent dat je niet zomaar één maaitechniek kunt gaan toepassen om van dat gras zowel biocomposiet, veevoer of isolatiemateriaal te kunnen maken. Want bepaalde dieren verdragen sommigen kruiden en planten bijvoorbeeld niet. Dus iedere hoogwaardige verwerkingsmogelijkheid die we bedenken, vraagt ook een andere maaimethode. Wat dan de meest haalbare combinaties zijn, daar gaan we de komende weken mee aan de slag.
Verwerken, daar waar we maaien
Verder richten Vincent en zijn medestudenten zich de komende weken op lokaal verwerken. “Hoe kun je zo dicht mogelijk bij waar je het gras maait, het gras ook weer verwerken? Want ook dat is duurzaam. Dus per locatie kun je ook een verwerkingsmethode zoeken die past bij een ondernemer in dat gebied. We kijken nu naar een pilotgebied in Wijchen om te kijken hoe dat lokaal verwerken er concreet uit kan komen te zien.” Er is dus nog volop werk aan de winkel en de tijd dringt, zoals het hoort in het studentenleven. “Over een paar weken ligt er een eerste advies, in juli wordt het officiële rapport besproken.” We hopen dan een paar mooie en haalbare, hoogwaardige verwerkingsmethoden te kunnen aanbevelen aan Maaskracht,” besluit Vincent.