De grote waternavel, een waterplant die oorspronkelijk bedoeld was voor decoratieve vijvers, vormt een groot probleem in en rondom de Maas. Deze invasieve plant groeit extreem snel, waardoor het waterleven wordt bedreigd en de waterveiligheid in gevaar komt. Met een team van specialisten en door gebruik te maken van geavanceerde technieken verwijdert Maaskracht jaarlijks honderden tonnen grote waternavel om de Maas veilig en gezond te houden.
Wat is de grote waternavel en waarom is het een bedreiging?
De grote waternavel is een snelgroeiende waterplant die oorspronkelijk afkomstig is uit Zuid-Amerika. Via tuinvijvers heeft de plant zijn weg naar Nederlandse wateren gevonden en inmiddels een zorgwekkende reputatie opgebouwd. De plant groeit in dichte matten die het wateroppervlak volledig kunnen bedekken. Hierdoor wordt zonlicht geblokkeerd, waardoor er geen zuurstof in de onderste waterlagen doordringt. Dit gebrek aan licht en zuurstof is funest voor vissen en ander waterleven. Daarnaast vormt de enorme biomassa van de grote waternavel een risico voor de waterveiligheid. Vooral in uiterwaarden, waar het overtollige water bij hoge waterstanden moet kunnen wegstromen, belemmert de grote waternavel deze natuurlijke processen. De plant kan dijken en oevers zwaar belasten door zijn gewicht en omvang.
De uitdagingen: weer, terreinomstandigheden, groei en logistiek
Het verwijderen van de grote waternavel brengt aanzienlijke uitdagingen met zich mee. Een van de grootste obstakels is de explosieve groei van de plant. De grote waternavel kan zich binnen enkele dagen over grote oppervlakken verspreiden, vooral in warme en vochtige omstandigheden. Dit betekent dat regelmatige verwijdering noodzakelijk is om de Maas vrij te houden. Ook het weer speelt een belangrijke rol. Hoge waterstanden en sterke stromingen bemoeilijken het werk van de teams. Bij ongunstige weersomstandigheden kan de grote waternavel zich bovendien snel verspreiden naar andere gebieden, wat de bestrijding nog uitdagender maakt. De logistiek is complex, met name in moeilijk bereikbare delen van de Maas waar kranen en boten nodig zijn om de plant te verwijderen. De staat van het terrein bepaalt mede wanneer we dit soort werkzaamheden kunnen uitvoeren.
De aanpak: samenwerking en techniek
Namens Maaskracht hebben VAN WIJLEN en Aannemersbedrijf M.J. Smits een team van zes specialisten samengesteld om de grote waternavel te bestrijden. Het werk vraagt om een combinatie van precisie en kracht, waarbij gebruik wordt gemaakt van kranen, waterboten en speciaal transport. De operatie begint met het loshalen van de grote waternavel van het wateroppervlak en de oevers. Kranen tillen de plantmassa uit het water, terwijl waterboten de lastig bereikbare plekken aanpakken. De grote waternavel wordt vervolgens getransporteerd naar locaties waar het verwerkt wordt. Jaarlijks halen de teams gemiddeld zo’n 500 ton grote waternavel uit de Maas – een hoeveelheid die de schaal van het probleem duidelijk illustreert.
Innovatie: van probleem naar kans
Hoewel de grote waternavel een grote bedreiging vormt, zijn er ook kansen om deze plant op een duurzame manier te benutten. Innovatieve onderzoeken richten zich momenteel op het gebruik van grote waternavel als grondstof. Zo wordt er gekeken naar mogelijkheden om de plant te verwerken tot papier of andere producten. Deze ontwikkelingen bieden een circulaire oplossing, waarbij de grote waternavel niet alleen wordt verwijderd, maar ook een tweede leven krijgt.
Het verwerken van de grote waternavel tot duurzame producten zou niet alleen het probleem verlichten, maar ook bijdragen aan bredere milieudoelstellingen. Hoewel deze technieken zich nog in de onderzoeksfase bevinden, bieden ze veelbelovende perspectieven voor de toekomst.
De toekomst van de Maas
Met de toenemende effecten van klimaatverandering en de daarbij horende risico’s op extreme weersomstandigheden, blijft het bestrijden van de grote waternavel een belangrijke taak. Naast het verwijderen bestudeert Maaskracht ook mogelijkheden om deze plant juist nuttig in te zetten zodat ecologie en waterveiligheid meer hand in hand kunnen gaan.